De bijzondere entourage van een prinses

Tijdens mijn onderzoek naar de twee jongens Willem Frederik Cupido, van de kust van Guinea, en Guan Anthony Sideron, uit Curacao, kwam ik een groot aantal interessante gegevens tegen die ik niet in mijn boek (Cupido en Sideron. Twee Moren aan het hof van Oranje) heb opgenomen, of alleen kort heb opgenomen. Want ze waren iets teveel een zijspoor. Een aantal van die interessante ‘zijsporen’ van wat zich aan het hof afspeelde wordt nu in het Geschiedenis Magazine gepubliceerd.  Inmiddels ligt het derde stuk, over de bijzondere bezittingen van Lakeien, in het nieuwe dubbeldikke nummer in de winkel.

Hierbij het tweede stuk uit  nr 6. over de bijzondere entourage van Wilhelmina van Pruisen.

Wilhelmina van Pruisen door Ziesenis Mauritshuis. Eind 1778 staat in het kasboek van Wilhelmina van Pruisen (1751-1820), de vrouw van stadhouder Willem V, dat sinds 6 juli de ‘Jonge Indiaan Hendrik Adrianis’ in dienst is. Verdere uitleg ontbreekt. Hij was op dat moment zeker niet de enige persoon ‘van kleur’ aan het stadhouderlijk hof. In 1763 was de zevenjarige, in slavernij geboren Guan Anthony Sideron uit Curaçao aangesteld; drie jaar later de waarschijnlijk in vrijheid geboren en later slaaf gemaakte jongen Willem Frederik Cupido uit West-Afrika. Beiden werden in de hofdocumenten als ‘de Moortjes’ en ‘de negers’ aangeduid. Eerder waren al minstens vier andere ‘Moren’ en een ‘Indiaan’ in de entourage van de Oranjefamilie opgenomen. Hendrik Adrianis werd een van de eersten van een aantal kinderen die Wilhelmina om zich heen verzamelde en financieel ondersteunde door opleidingen en dergelijke voor hen te bekostigen.

En rond 1800, toen ze uit haar toevluchtsoord Engeland ging vertrekken, wilde ze de Britse kinderen Bob Wood en Betsy King meenemen naar kasteel Oranienstein in Dietz. Ze schreef over Bob aan haar dochter: ‘Hij is een grote favoriet van mij, het is een heel mooi kind. Je ziet, ik heb nog steeds dezelfde smaak.’ En over Betsy: ‘Er is een onderwerp dat me zeer na aan het hart ligt. Het gaat om een kleine inlandse die ik laat opleiden. Als ik de kans krijg, wanneer ik het land verlaat, wil ik graag de kleine Betsy meenemen.’ Naast het verzamelen van mooie kinderen ontwikkelde Wilhelmina een grote interesse in nieuwe ontwikkelingen en experimenten op het gebied van onderwijs aan kinderen buiten de bevoorrechte witte klasse. Dit onderwerp leefde ook bij andere in wetenschap geïnteresseerde vrouwen in haar familie: haar tantes Amalia van Pruisen en koningin Louise Ulrika van Zweden experimenteerden met onderwijs aan niet-witte mensen.

Antoine_Pesne_hofdame_;_Prinzessin_Amalia_von_Preussen_als_Amazone
Antoine Pesne hofdame Prinzessin Amalia van Pruisen als Amazone

De jonge en vrijwel zeker mooie Adrianis lijkt in 1778 Wilhelmina’s eerste proefneming op dit gebied te zijn geweest. Ze betaalde negen jaar lang uit haar persoonlijke kas Hendriks onderkomen bij kleding- en theaterkostuummaker Bartholomeus Bordas op het Buitenhof en vervolgens zijn onderkomen en lessen in de kostschool van J. Ducroissi. Andere uitgaven voor Hendrik kwamen voor rekening van het hof. Verschillende hofleveranciers kregen door de jaren heen opdrachten om speciaal voor hem kleding te maken.

Het financieel jaaroverzicht van 1785 brengt meer aan het licht over de herkomst van de ‘Jonge Indiaan’, omdat Wilhelmina begin dat jaar de begrafenis van zijn moeder betaalde. Hoewel haar naam nergens wordt genoemd, leidt de post toch naar Hendriks waarschijnlijke afkomst: de minstens zeven leden tellende Indische familie Adrianis in Den Haag. Hij werd namelijk aan het hof zowel ‘Jonge Indiaan’ als ‘Mulat’ genoemd. ‘Indiaan’ gebruikte men vaak voor mensen uit Oost-Indië, ‘Mulat’ was een benaming voor mensen die zowel een bruine of zwarte als een witte ouder hadden. Met deze gegevens in het achterhoofd kom je uit bij de 26-jarige Jacoba Adrianis die op 13 december 1784 in de Grote Kerk in Den Haag is begraven. Haar ouders kwamen uit Oost-Indië en woonden lange tijd aan het Lange Voorhout. Hendrik zou haar kind kunnen zijn.

 Bijna pruik in brand

Na de jarenlange opleiding kreeg Hendrik Adrianis in 1787, op kosten van Wilhelmina, een officiële aanstelling met salaris aan het hof. Dit hoewel de hofcommissie, die over alle aanstellingen ging, hem blijkbaar niet helemaal vertrouwde. Bij de instructies stond namelijk de notitie ‘om aan hem een behoorlijke positie te verschaffen waar alle occasie tot verleiding zou kunnen worden voorkomen’. Ook beval de commissie aan ‘om op zijn gedrag nauwkeurig acht te geven’. Waarom zo voorzichtig? Dit werd niet vermeld. Misschien had Hendrik Adrianis een opvliegend karakter. Was hij misschien de kleine donkere lakei die twee jaar eerder tijdens een gewelddadig handgemeen was opgevallen?

Ongeregeldheden als de Gedeputeerden van Dordrecht door de Stadhouderspoort rijden op het Binnenhof, 1786, Daniël Veelwaard (I), Dirk Schuurman, detail

Dit was op 24 augustus 1785, tijdens de verjaarspartij van erfprins Willem Frederik. In deze periode waren de spanningen tussen de anti-oranjegezinde patriotten en orangisten al tot het kookpunt gestegen. Bedienden van het hof dachten dat er tijdens feestelijkheden op het plein voor Huis ten Bosch spionnen van de patriotten rondliepen, wat tot grote onrust leidde. Volgens een getuige schold een kleine lakei met ‘swartachtig gezicht’ de aanwezige van spionage verdachte Haagse dienaren van Justitie uit voor wandluizen en sloegen lakeien met flambouwen (toortsen) op het hoofd van een van hen. Hierna dreigden zij zijn pruik, die de meeste mannen toen droegen, in brand te steken. De man werd gewond weggevoerd.

Ongeregeldheden als de Gedeputeerden van Dordrecht door de Stadhouderspoort rijden op het Binnenhof, 1786, Daniël Veelwaard (I), Dirk Schuurman, 1786
Mogelijk is Hendrik Adrianis op deze prent te zien bij andere ongeregeldheden. Ongeregeldheden als Gedeputeerden van Dordrecht door de Stadhouderspoort rijden op het Binnenhof, 1786, Daniël Veelwaard (I), Dirk Schuurman, 1786, coll Rijksmuseum

 Schrijfloon

Adrianis’ werkplek werd de Garderobe, een hofterm voor de appartementen, garderobe en huishouding van de kinderen van Willem V en Wilhelmina: Louise van 17, Willem van 15 en Frederik van 13. Zijn werkzaamheden werden vastgelegd: ‘Dat hij alle ochtenden en middagen in de Garderobe van de vorstelijke kinderen is om boodschappen voor de Hoogste dezelve te doen en om ’s middags en ’s avonds aan tafel te dienen.’ Ook zou hij ingezet kunnen worden om gasten te ontvangen en van drank te voorzien.

DSC_1487 Mulatre Hendrik Adrianus
collectie Koninklijke Verzamelingen, Den Haag (c)

Uit zijn traktement valt op te maken dat hij laag in de hiërarchie stond. Willem Frederik Cupido en Guan Anthony Sideron verdienden bij hun eerste aanstelling 156 gulden per jaar: hun beroep was toen ‘Moor’ en/of ‘Neger’, wat vooral inhield veel in de nabijheid van Willem V en Wilhelmina gezien te worden. Later promoveerden ze tot kamerdienaar en steeg hun loon naar 500 gulden. Adrianis moest het met veel minder doen. In een jaaroverzicht van Wilhelmina staat: ‘Aan de Mulat H. Adrianis een jaar gage 80 gulden.’ Wel kon hij met andere werkzaamheden wat extra verdienen. In 1788 vulde hij bijvoorbeeld zijn inkomen aan met 21 gulden ‘schrijfloon’. Een mooi handschrift was een grote plus aan het hof, want er moest veel gekopieerd worden en sommige bedienden, onder wie Sideron, schreven in een sierlijke hand brieven namens Wilhelmina.

 Een groene paraplu

Adrianis kreeg een gemeubileerde kamer toegewezen bij de lakeien in Het Oude Hof (Paleis Noordeinde, de huidige werkplek van koning Willem-Alexander). In die jaren gebruikte de familie Van Oranje dit paleis voor de wekelijkse ontvangsten van Wilhelmina. Daarnaast vonden er vuurwerkshows plaats, grote dansfeesten en bijzondere optredens zoals van de populaire ‘professor en uitlegger der natuurkunde’ Pinetti, een goochelaar die ‘wonderbaarlijke experimenten’ liet zien. In 1789 mocht hij er van Willem V zelfs een compleet theater bouwen. Evenals elders hadden de bedienden in Het Oude Hof hun kamers op de bovenste verdieping.

Uit zijn zelf opgemaakte inventaris weten we wat Hendrik aan persoonlijke bezittingen in zijn kamer had: kandelaars, een bijbel, een groene paraplu en een groot aantal kledingstukken waaronder twee tulbanden en vijf slaapmutsen. Aan de muur hingen twee schilderijtjes en een spiegel. En hij bezat een poederkwast. Mannen poederden in de 18de eeuw hun pruik of eigen haar en gezicht wit, en gebruikten rouge.

p 219 Deel III nawerk Adrianis afb 1 DSC_5706
collectie Koninklijke Verzamelingen, Den Haag (c)

In 1795 kwam er een einde aan de aanstelling van Adrianis toen de hele familie Van Oranje halsoverkop naar Groot-Brittannië moest vluchten voor de Franse revolutionaire legers. Enkele leden van de hofhouding, onder wie Cupido en Sideron, gingen mee, maar Hendrik Adrianis hoorde bij de vele achterblijvers die een onzekere tijd tegemoet gingen. Wilhelmina liet Adrianis niet helemaal aan zijn lot over en gaf hem nog twee weken kostgeld à raison van 8 gulden en 300 gulden voor de rest van het jaar.

Daarna verdween hij bijna twintig jaar uit de hofpapieren. Pas toen Wilhelmina in 1814 terugkeerde naar Den Haag, als moeder van de nieuwe koning Willem I, verscheen de naam Hendrik Adrianis weer als post in haar persoonlijke uitgaven. Ze kende hem een pensioen toe: elke drie maanden 75 gulden, tot en met september 1820, het jaar van haar dood. Mogelijk nam de koning toen deze uitgave over. Hij had immers veel met Hendrik Adrianis te maken gehad in hun jeugd.

Genealogie van Hendrik Adrianis:

De 26-jarige Jacoba Adrianis werd op 13 december 1784 in de Grote Kerk of St. Jacobskerk begraven. Zij hoorde tot de familie Adrianis (ook wel Adriaans/Adrianus) van het Lange Voorhout. Jacoba’s vader Hendrik Adrianis sr. kwam uit Bali, haar moeder Magdalena van Boegis uit Makassar. Adrianis sr. hoorde tot de bedienden of slaafgemaakten die de voormalige VOC-administrateur Anthony (Antoine) Patras in 1741 meenam toen hij uit Batavia naar Den Haag vertrok. Vier van de vijf bedienden, onder wie Adrianis sr., werden een paar jaar later in aanwezigheid van Patras en zijn vrouw in de Nieuwe Kerk van Den Haag gedoopt en als lidmaat opgenomen in Hervormde Kerkgemeenschap. In 1754 trouwde Hendrik Adrianis sr. met Magdalena van Boegis. Het echtpaar kreeg vier kinderen, onder wie Jacoba Adrianis, geboren in 1758, en haar broer Hendrik Adrianis jr. (1762). Beiden werden in 1779 na belijdenis te hebben gedaan lid van de Hervormde Kerk in Den Haag. De kerkenraad noteerde als hun adres: achter de stallen in Den Haag. Dit is dus niet het adres van de in 1778 bij kostuummaker Bordas ondergebrachte ‘Jonge Indiaan’. Dit maakt het aannemelijk dat hij een kleinzoon is van Hendrik Adrianis sr. uit Bali en waarschijnlijk een niet door de vader erkende zoon van de eind 1784 gestorven Jacoba.

Hollandse Meesters Her-Zien.

In de regel kregen kunstenaars een opdracht van het hof om de mensen van kleur vast te leggen. Cupido en Sideron zijn op meerdere kunstwerken terug te vinden en een andere ‘Indiaan’ uit Oost-Indië, Goliath, is ook vereeuwigd door een hofkunstenaar. Curieus genoeg zijn nog geen portretten van Hendrik Adrianis opgedoken. Het enige wat van hemzelf bewaard is, is de handgeschreven en ondertekende inventaris van zijn bezittingen in de kamer in Het Oude Hof.

Om meer mensen van kleur die in de 17de en 18de eeuw in Nederland leefden een gezicht te geven, heeft het Amsterdam Museum aan theatermaker Jörgen Tjon A Fong gevraagd portretten van deze landgenoten te maken. Dat doet hij door bekende Nederlanders hen te laten belichamen in een foto. Zo kroop Sylvana Simons in de rol van de Surinaamse Elisabeth Samson: een zeer rijke zwarte koffie plantagehoudster, die in de 18de eeuw met een witte man wilde trouwen. Tjon A Fong zelf belichaamde Adrianis (zie foto hieronder op Hollandse Meesters Her-Zien in de Hermitage).

20190929_171027

Andere mensen die tot leven zijn gebracht in dit project van Jörgen Tjon A Fong.

20190929_170615
20190929_170700

Over de twee jongens en later mannen Cupido en Sideron is, zoals ik al eerder schreef, in 2017 een boek verschenen: Cupido en Sideron. Twee Moren aan het hof van Oranje.  In dit boek zijn de meer dan duizend documenten verwerkt, uit onder andere de Koninklijke Verzamelingen, waarmee hun leven aan het hof te reconstrueren was. Er was ook een tentoonstelling bij in het Haags Historisch Museum in 2017: Afrikaanse bedienden aan het Haagse hof. Elders op deze site een fotoverslag van die tentoonstelling.

Het stuk over dienen aan het hof van Willem V, dat eerder verscheen, in het Geschiedenis Magazine,  is hier te lezen.

About me:

In 2008 I was guest curator of the exhibition Black is beautiful. Rubens to Dumas. Important advisors: Elizabeth McGrath (Rubens and colleagues, Warburg institute Image of the Black in Western Art collection), Carl Haarnack (slavery in books), Elmer Kolfin (slavery in prints and paintings) en Adi Martis (contemporary art). Gary Schwartz made his research for The Image of the Black in Western Art available to me.

Black beautiful Rubens to Dumas cover
Black beautiful Rubens to Dumas cover

In 2014 my essay ‘Painted Blacks and Radical Imagery in the Netherlands (1900-1940)’ was published in The Image of the Black in Western Art Volume V (I). (ed. David Bindman, Henry Louis Gates jr.)

In 2017 I published a book about the black servants at the Court of the Royal Van Oranje family. More than a thousand documents have been found about their lives. (only in Dutch)

Cupido en Sideron Cover 30-8-2017

All photos on this site are not intended for any commercial purpose. I have tried to trace all the rules and rights of all images. As far as I know, these images can be used in this way. If you ar a copyright holder and would like a piece of your work removed or the creditline changed then please do not hesitate to contact me.

For more information, please feel free to contact me   estherschreuderwebsite@gmail.com

2 Comments

  1. Hi Esther,

    Interessant verhaal over de familie Adrianus/Adrianis. Er woont in 1842 (bevolkingsregister) in Zutphen ene Hendrik Adrianus, geboren Den Haag december 1762 (overleden Zutphen 5 januari 1852). Dat zou ‘m moeten zijn.

    In het register van verhuurde zitplaatsen in de Sint Walburgiskerk te Zutphen komt de naam H. Adrianus ook regelmatig voor, zelfs na zijn overlijden in 1852 (misschien een zoon, misschien onverwant). Er is ook een notariele akte uit 6-8-1847 in Zutphen waarin de naam Hendrik Adrianisz voorkomt. Helaas is die akte niet online.

    groet, Betsy

    Op 15-10-2019 om 18:00 schreef Esther Schreuder: > WordPress.com > esther schreuder posted: “Tijdens mijn onderzoek naar de twee jongens > Willem Frederik Cupido, van de kust van Guinea, en Guan Anthony > Sideron, uit Curacao, kwam ik een groot aantal interessante gegevens > tegen die ik niet in mijn boek (Cupido en Sideron. Twee Moren aan het > hof van ” >

  2. Hi Betsy
    Wat goed dat je meteen verder bent gaan zoeken. De man in Zutphen had ik inderdaad ook gespot, maar ik was er niet helemaal zeker van. Het is een naam die meer voorkomt ook bij VOC. De kerkstoel is nieuw voor me. Mocht je verder willen gaan, heb ik nog meer info over de Indische familie in Den Haag. Nog niet alles is online te vinden. Opa (als dat klopt) Hendrik Adrianis (Adriaens) is interessant. Meerdere relaties met vrouwen en waarschijnlijk ook een erfenis.van een van hen.
    Hartelijks Esther.

Leave a comment