Short History: Black is Beautiful. Rubens to Dumas was an exhibition in de Nieuwe Kerk of Amsterdam in 2008 of wich I (Esther Schreuder) was de guest curator.
How did it come about?
The research started in 2001. That year Alette Fleischer and Esther Schreuder came up with the plan to put together an exhibition about black people in the visual arts of the Netherlands. Working title: Zwart verbeeld / Blacks depicted. In 2002, Alette and Esther founded the ArtEsteem (AE) foundation for this project. Herman Keppy became chairman, Vincent Boele and Ellen Ombre took a seat on the board (later Carl Haarnack joined ArtEsteem). They received money for a first study /investigation and approached Ernst Veen, director of the Nieuwe Kerk, with a proposal. Meanwhile they talked with experts. Alette and Esther approached professor Elizabeth McGrath (2004), Dienke Hondius and countless others including also Elmer Kolfin (2004). Kolfin offered students who could help Esther Schreuder during her research. Alette Fleischer dropped out because she received a PHD proposal.
From 2004, ArtEsteem and the Nieuwe Kerk started a collaboration. Enough funds were found so that Esther Schreuder could do four years of research for the benefit of the exhibition and catalog. Elmer Kolfin offered to help with the editing of catalog. He is a slavery and seventeenth century specialist, and since the project spanned seven centuries, we could use his knowledge on slavery in Art. Esther Schreuder selected the works and put the exhibition together (with the Nieuwe Kerk team: Marlies Kleiterp, Vincent Boele, Arnoud Bijl). Esther approached the authors (including Carl Haarnack, Elizabeth McGrath, Jean Michel Massing, Dienke Hondius, Jacqueline de Raad and Adi Martis) for the catalog. In 2005 and 2006 Schreuder was interviewed for the first time about her project.



In 2008 the working title changed from Zwart verbeeld to Black is beautiful. Rubens to Dumas.

A selection of the reviews:

Financial times 2

Paul Huvenne
Seventeenth-Century
Elmer Kolfin and Esther Schreuder (eds.), Black is Beautiful. Rubens to Dumas. [Cat. exh. De Nieuwe Kerk Amsterdam, July 26 – October 26, 2008.] Zwolle: Waanders Publishers, 2008, 388 pp (8 essays), 188 illus., mostly color. ISBN 978-90-400-8497-3 (English, hb); 978-90-400-8465-2 (pb); 978-90-400-8496-6 (Dutch, hb); 978-90-400-8464-5 (pb).
In the summer of 2008, a fascinating exhibition about the representation of black people by Dutch and Flemish artists, from late medieval to modern times, was held at the Nieuwe Kerk in Amsterdam. The title Black is Beautiful included a postmodern nod at the biblical Nigra sum sed formosa, the words of the Black Bride of the Song of Songs. Although English may be today’s Latin, the reference seems to have been largely missed, which is perhaps one reason why the exhibition was not given a warm welcome by the Dutch press. From a cultural and socio-historical point of view, the subject is heavily mortgaged, as was confirmed by the reaction from certain quarters. Esther Schreuder, the curator of the exhibition, was criticized by the media for everything other than her art-historical expertise. However, for the open-minded visitor this exhibition surely made its point clearly enough. Eric Rinckhout of De Morgen was one of the few Netherlandish correspondents to take an unprejudiced view of the results of this profound study of the visual evidence of the representation of blacks.
Though one might object to the (necessary) limitation of scope that Esther Schreuder and her team imposed upon themselves, their approach displayed some audacity: most of the works featured were by great artists; the stereotypes and caricatures that are so often found in the applied arts were omitted, primarily because discussion so often focuses on these. Despite the exhibition’s temporal and geographical limitations – from the later Middle Ages to the present day; works only from the Netherlands, and excluding the South after independent Belgium was established – , the exhibition gave a very good picture of the story of the image of the black in European art. It is not of course a straightforward matter to recover the original meaning and reception of this highly charged imagery – perceived so differently by viewers of today. This was illustrated at the close of the exhibition where the public could play a sort of game, designed to be instructive as well as entertaining, to test what they had learned from the show – I discovered, to my surprise, how one’s vision is colored by one’s predispositions. In the foreword to the catalogue the aim of the exhibition was outlined as follows: “The attraction exerted by black people on Dutch artists over seven centuries. – Artists who chose to give a role to a black person in their work did so deliberately. – Attraction implies curiosity, admiration and perhaps even affection. – This positive attitude of artists (or patrons) toward black people has been the point of departure for this exhibition and the determining factor when selecting works.”
see for more http://www.hnanews.org/archttps://hnanews.org/hnar/reviews/black-beautiful-rubens-dumas/hive/2010/04/vlade3.html
——————————————————————————————————————-
De werken (15) van Iris Kensmil speciaal gemaakt voor deze tentoonstelling worden opgehangen.
Die zwarte ís helemaal geen bediende!
Duivel, slaaf, exotische attractie – de karikaturale beeldvorming over zwarten heeft de Nederlandse beeldende kunst eeuwenlang beïnvloed. Niets van dat al is te zien op de zomer-blockbuster Black is beautiful….Anneke Stoffelen 23 juli 2008, 22:00
Woeste demonstranten maakten in april 2006 de onthulling van een standbeeld in Amsterdam-Zuidoost vrijwel onmogelijk. Een van hen had zijn zoontje een bord in de hand gedrukt: ‘Elk jaar heb ik verdriet/ door zwarte piet/ nu elke dag/ voel ik mij ontzettend dom/ door dit standbeeld van Anton de Kom.’
Anton de Kom, voorvechter van de Surinaamse onafhankelijkheid, was door kunstenares Jikke van Loon naakt afgebeeld. Veel Surinamers vonden dat ronduit beledigend – alsof ze hem, zestig jaar na zijn dood, alsnog neerzette als een slaaf. ‘Dat zou met een witte held nooit gebeuren’, stelde een betoger. Demonstranten met oog voor detail maakten ook bezwaar tegen De Koms arm, die eindigt in een brok steen – als een afgehakte hand. En zijn kruis was volgens sommigen wel erg goed gevuld. Knipoogde de kunstenares hier soms naar het vooroordeel dat zwarten verslaafd zijn aan seks?
In België ontstond vorig jaar een rel over de representatie van zwarten, toen een Congolese student eiste dat het stripalbum Kuifje in Afrika uit de handel zou worden genomen. In het boek, door Hergé in 1931 getekend, spreken de Afrikanen een debiel taaltje en paraderen zij rond met Kuifje als een held in hun draagstoel.
Zomaar twee vrij recente voorbeelden die aantonen dat de Nieuwe Kerk in Amsterdam een nog steeds actueel en omstreden onderwerp aansnijdt in zijn zomerexpositie Black is beautiful, over de representatie van zwarte mensen in de geschiedenis van de (Nederlandse) beeldende kunst. Maar waar je zou verwachten dat de zaterdag te openen expositie aanhaakt bij discussies over karikaturen en stereotype beeldvorming, slaat de Nieuwe Kerk juist de tegenovergestelde weg in.
Zoals het in het missionstatement staat omschreven: ‘Verder is geen van de afgebeelde mensen een karikatuur. Er is namelijk een tendens om zwarte mensen als krachtige, zelfstandige personages te presenteren, die al begint in de late middeleeuwen en doorgaat tot in onze eigen tijd. De keuze voor de nadruk hierop betekent dat er minder aandacht is dan tot nu toe gebruikelijk voor de zwarte mens als duivel, bediende of slachtoffer van slavernij.’
Door deze invalshoek komt de expositie in De Nieuwe Kerk uiteindelijk uit bij de geschiedenis van een ander stereotype: dat van de zelfverzekerde, krachtige Afrikaan. Het thema dat eigenlijk wringt en schuurt, mondt zo uit in een feelgoodtentoonstelling waar niemand zich ongemakkelijk bij hoeft te voelen.
Die benadering is mogelijk doordat de beeldvorming over zwarten is vergeven van de paradoxen. In dezelfde tijd dat Moren werden afgebeeld als bron van het kwaad, in de late middeleeuwen, ontstond het idee dat een van de drie wijzen uit de Bijbel een zwarte koning zou zijn geweest (in de Nieuwe Kerk is een olieverfschets van Rubens over dit onderwerp te zien). En terwijl op wereldtentoonstellingen aan het eind van de 19de eeuw exoten als een soort dierentuinbeesten werden geëxposeerd voor het witte publiek, vereerden kunstenaars als Paul Gauguin deze ‘nobele wilden’ in kleurige schilderijen om hun primitieve en zuivere manier van leven.
Die dubbelzinnigheid biedt ruimte om enigszins selectief door de historie te ‘shoppen’ en bewijs te verzamelen voor een positieve opvatting ten aanzien van zwarten, die inderdaad ook onderdeel is van de kunstgeschiedenis: Black is Beautiful. Maar hoe houdbaar is die visie?
De eerste (ons nu bekende) voorbeelden van zwarten in de beeldende kunst komen uit de late middeleeuwen. ‘Zwarte figuren werden toen vooral gebruikt als personificatie van duisternis en nacht’, zegt Elizabeth McGrath, kunsthistorica van het Warburg Institute in Londen. Ze onderzoekt de representatie van zwarten in de oude kunst en werkte mee aan de expositie in de Nieuwe Kerk. In de 15de eeuw verandert er volgens McGrath iets: ‘Kruisvaarders ontdekken dan dat zich in Jeruzalem christelijke Ethiopiërs bevinden, die vechten tegen de islamitische Moren.’ Vanaf dat moment krijgen donkere mensen vaker een positieve verbeelding in de kunst, stelt de kunsthistorica. ‘De Ethiopiërs worden dan gezien als medestanders.’
Het besef dat mensen in die tijd zo’n positief denkbeeld hadden over Ethiopiërs, ontbreekt volgens McGrath vaak in de hedendaagse visie. Daarom worden schilderijen van oude meesters soms verkeerd ‘gelezen’. Ze laat een voorbeeld zien van zo’n volgens haar vaak verkeerd geïnterpreteerd stuk, Venus met zwarte bediende. Peter Paul Rubens schilderde het rond 1615. Het toont een Venus met ‘Rubensfiguur’, bezien van de achterkant, haar gezicht reflecteert in de spiegel. De zogenaamde zwarte bediende (die een parelketting draagt) licht Venus’ lange blonde haren op. McGrath: ‘Het gezicht van de zwarte vrouw is te mooi om zomaar een bediende te moeten voorstellen. De meeste mensen zouden haar uiterlijk verkiezen boven dat van Venus en het is aannemelijk dat Rubens de figuur heeft willen gebruiken als een symbolische verbeelding van Venus’ donkere kant. De godin is immers op haar krachtigst in de nacht. Wie het doek goed bestudeert, ziet bovendien dat Venus in het ene oor een witte, in het andere oor een zwarte parel draagt. Hiermee onderstreepte Rubens symbolisch de zwarte schoonheid.’ Een titel als Venus met zwarte bediende kan misleidend zijn, vindt de Britse kunsthistorica. ‘Want wie heeft die titel eraan gegeven en wanneer? Meestal is het niet de kunstenaar geweest. Ik noem dit doek dan ook liever Venus van de nacht.’
Het is niet gelukt het schilderij van Rubens te krijgen voor deze expositie. Maar in de Nieuwe Kerk hangt wel een doek dat Jacob Jordaens schilderde rond 1650 en dat volgens McGrath eveneens laat zien dat kunstenaars in de Gouden Eeuw niet zo negatief stonden tegenover zwarten. Het toont Mozes met zijn Ethiopische vrouw, die ons recht aankijken. In feite is het een verbeelding van een scène uit het Oude Testament waarin Mozes door zijn broer Aaron en zus Meryiam wordt beschimpt omdat hij met de Ethiopische is getrouwd. McGrath: ‘In andere schilderijen van deze scène zien we het koppel tegenover Aaron en Meryiam. Maar in plaats van het verhaal te vertellen, lijkt Jordaens ons hier een les mee te willen geven. De donkere vrouw en Mozes kijken ons aan, alsof ze willen zeggen: dit zijn wij, accepteer ons. Bovendien draagt de zwarte vrouw een ronde zonnehoed met kruis, waarmee Jordaens haar in de christelijke traditie plaatst.’
Het zijn slechts enkele voorbeelden uit een periode waarin zwarten toch vooral vaak als onderdanige bedienden figureerden in de schilderkunst en McGrath is de eerste om dat toe te geven. ‘Ik kan niet bewijzen dat er in Antwerpen in de periode van Rubens een liberaal klimaat heerste ten opzichte van buitenlanders, noch kan ik aantonen dat er destijds veel Afrikanen in de stad aanwezig waren.’ Wel hoopt zij dat een genuanceerder beeld ontstaat. ‘Want wie goed naar deze schilderijen kijkt, vindt aanwijzingen dat de bedoelingen van deze kunstenaars veel subtieler zijn dan vaak wordt aangenomen. In de vroege 17de eeuw waren afbeeldingen van zwarten mogelijk, die niet langer denkbaar waren in daaropvolgende eeuwen, toen racistische theorieën op basis van schedelmeting hun intrede deden.’
Een flink deel van Black is beautiful is gewijd aan Negrophilia – liefde voor de zwarte cultuur – die in de jaren twintig in Parijs ontstond en later ook in Nederland werd opgepikt. ‘Zwart was toen hartstikke hot en stond symbool voor het moderne leven’, stelt curator Esther Schreuder. Zwarte jazzmuziek werd populair en kunstenaars als Jan Sluijters en Kees van Dongen schilderden zwarte helden, onder wie beroemde boksers en danseressen van die tijd. Op een van de doeken van Van Dongen bijvoorbeeld is danseres Josephine Baker te zien, met de voor Van Dongen zo kenmerkende grote vrouwenogen met flapperende wimpers. Links onderin het portret schilderde hij een kleine afbeelding van haar hele naakte danserslijf, met benen die van elastiek lijken.
Het zwarte lichaam wordt hier gevierd, vereerd. Maar toch: ‘Europeanen en Afrikanen en Afro-Amerikanen dachten in stereotypen over elkaar’, schrijft Schreuder in de tentoonstellingscatalogus. ‘Het verschil tussen de twee ‘groepen’ bleek voor velen zeer aantrekkelijk en vaak erotisch geladen.’ Hoewel Van Dongen volgens Schreuder een van de weinigen was die de negers die hij afbeeldde bij naam in de titel noemde (in plaats van een titel als ‘negerdanseres’) sluimert in het werk dat hij maakte toch ook een gevoel van de zwarte als een exotische attractie.
Het punt is dat een thema als zwarten in de beeldende kunstgeschiedenis te complex is om in een boek of tentoonstelling volledig te belichten – nog los van het feit dat er totnogtoe relatief weinig onderzoek naar is gedaan. Tegenover de visie van de Nieuwe Kerk, die de nuance zoekt in de houding van kunstenaars tegenover zwarten, staat bijvoorbeeld Allison Blakely. Deze historicus van Boston University laat in zijn boek Blacks in the Dutch World uit 1993 juist het gebrek aan subtiliteit zien (het boek verschijnt waarschijnlijk dit jaar in vertaling bij uitgeverij Synthese als Negers in Nederland). Blakely stelt dat het racisme, dat hij persoonlijk ervoer toen hij in de jaren zeventig voor zijn studie naar Nederland kwam, zijn oorsprong heeft in de beeldvorming van zwarten in de geschiedenis van de Nederlandse kunst. Vanaf de afbeeldingen van Moren uit de twaalfde eeuw tot in de meesterstukken van schilders uit de Gouden Eeuw, ziet hij bewijs voor een structurele karikaturale beeldvorming van zwarten, mede veroorzaakt doordat zij oorspronkelijk vaak de duisternis en het kwaad personifieerden.
Volgens Blakely werd Nederland zich pas bewust van het probleem met die structurele racistische beeldvorming toen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw zwarte mensen uit de voormalige koloniën zich hier in groten getale kwamen vestigen. Zij voelden zich aangetast in hun waardigheid.
Niet toevallig lijkt juist ook in die periode het stereotype afbeelden van de zwarte af te kalven – in de beeldende kunst althans. Tot in de jaren vijftig gingen de Cobrakunstenaars nog op zoek naar ‘de neger in zichzelf’ om tot een grenzeloze spontaniteit te komen. Die houding wordt onmogelijk wanneer er steeds meer Surinamers, Indiërs, maar ook vluchtelingen uit Afrikaanse landen in Nederland komen wonen. Kunstenaars konden niet langer wegdromen bij het primitivisme of exotisme van de zwarte, want die was nu bij wijze van spreken gewoon je buurman.
Daarnaast speelt mee dat de kunst in deze periode grotendeels abstract werd, waardoor er überhaupt weinig mensen direct werden verbeeld. Jacob Zekvelds popart-achtige schilderij in de Nieuwe Kerk, Zwart Staatshoofd (1966), past dan ook eerder toevallig bij het onderwerp dan dat het een bredere thematiek van de kunstenaar of van die tijd vertegenwoordigt.
In het werk van de hedendaagse kunstenaar Marlene Dumas staat de verhouding tussen zwart en blank wel centraal, hoewel de Zuid-Afrikaanse daar niet expliciet op uit is, zei ze in juni in de Volkskrant: ‘Ik schilder geen zwarte mensen om daar een punt van te maken. Ik vind het normaal om witte en zwarte mensen te schilderen.’ Juist dat uitgangspunt voegt iets toe aan Black is beautiful. Want wie ooit voor Dumas’ bekende 111 Black Drawings heeft gestaan, zag niet alleen 111 gradaties van de kleur zwart, maar ook 111 verschillende gezichtsexpressies – triest, stoer, teleurgesteld of licht glimlachend. De zwarte mens is bij haar geen stereotype, maar een individu.
Toch toont Dumas’ werk nog steeds de blik van een witte kunstenaar op de zwarte medemens. Maar in het slot van Black is beautiful blijken die rollen eindelijk ook andersom te kunnen liggen. De Surinaamse kunstenaar Remy Jungerman bouwde bijvoorbeeld een oer-Hollandse, witte tuinkabouter om tot een bakru, een figuur uit de winticultuur. Gillion Grantsaan (Paramaribo, 1968) paste in Landgenoten een metamorfose toe op de bekende postzegel van Peter Struycken, met daarop de koningin. Voorzien van het onderschrift VanDalen (in de zwierige typografie van het woordenboek), meet hij Beatrix een afrokapsel aan waar het gemiddelde Koninginnedaghoedje niet overheen past. De zwarte kunstenaar die zich het witte staatshoofd toe-eigent; in de context van Black is beautiful is dat het ultieme statement.
De lange weg naar Nelson Mandela
EXPO BLACK IS BEAUTIFUL IN AMSTERDAM
- woensdag 06 augustus 2008 Auteur:Jan Van Hove
Kunstenaars hebben altijd oog gehad voor de schoonheid van het zwarte lichaam. Zwarten komen voor op middeleeuwse miniaturen, op schilderijen van Rubens en tekeningen van Rembrandt. De Nieuwe Kerk in Amsterdam wijdt aan dit thema een tentoonstelling: ‘Black is beautiful’.
—————————————————————————————————————–
—————————————-
————————-
AD
————————————————————————————————————————-
De Groene Koen Kleijn (uitermate negatief ondergetekende als dom blondje)

Wieteke van Zeil (uiterst kritisch)


The New Criterion Anthony Daniels November 2008
“Black Is Beautiful”
De Nieuwe Kerk, Amsterdam.
July 26-October 26, 2008
(…)
In fact, almost all of the exhibits in the exhibition show Africans (including those transplanted to Holland’s South American colony, Suriname) as individuals, from Jan Mostaert’s pensive and melancholic African man of 1520 down to Nola Hatterman’s On the terras, portraying a dany-ish and extremely, proud young man at a Dutch café tabel, over four hundred years later. It is not the individuality of the subjects that comes as a surprise so much as the obvious assumption of their individual humanity by the artists. We have been so conditioned of late to think in Edward Said-ist terms of our own heritage that, even when we know that what he wrote was largely bunkum, we find that it has insinuated itself into our minds like an earwig into the brain.
(…)
—————————————–
COLECTIVA
Black is Beautiful. Rubens to Dumas, Nuno Lourenco
DE NIEUWE KERK
Dam Square
AMESTERDÃO
26 JUL – 26 OUT 2008
(….)
Por esta razão, no meio dos olhares de gente que olha para a pintura de um negro como para um objecto dum gabinete de curiosidades; para além da minha amiga morena preta de Angola, apenas um senhor do Suriname se atreveu a entrar. Sobre as obras em específico, temos de Íris Kensmil a vertente mais politizada. A tela Zwarte Dagen foi baseada numa foto da filósofa negra Angela Davis sobre o movimento Associated Black Panthers e 12 memorial tablets expostos aqui e acolá nas colunas de uma das alas da igreja lamentavelmente de difícil leitura; prestam homenagem a Granny Nanny (heroína nacional da Jamaica); Maria Stewart, a primeira mulher negra defensora dos direitos das mulheres, ou do nacionalista surinamês Anton de Kom. Enquanto, Charlotte Scheiffert se refere à força das mulheres negras – super-vaidosas, super-fortes, super-mães –, o trabalho de Marlene Dumas é sem dúvida, o mais apelativo. São expostos 44 desenhos coloridos que são recortes de jornais, reproduções ou fotos transformadas de algo que anteriormente exprimia preconceito. O seu retrato de Nelson Mandela enquanto jovem, apenas um pouco antes de ser sentenciado a viver na prisão, tem como especial impacto o seu título, Would you trust this man with your daughter? O contraste entre o carisma desta figura mundial e a sua sentença diz tudo.
(….)
http://www.artecapital.net/criticas.php?critica=198
Gary Swartz
Visual Arts: Sanitizing Black Is Beautiful
By Gary Schwartz
One in so many Western works of art contains an image of a person we would call black. The phenomenon attracts relatively little attention in art history. The Menil Foundation went after it seriously, in a project now inherited by the Warburg Institute. An exhibition in the Nieuwe Kerk in Amsterdam offers a sanitized view of the black in Dutch and Flemish art.
Toward the end of the year 1984 I got one of those rare telephone calls that make a difference in your life. On the line was Ernst van den Boogaart, a distinguished specialist in early Dutch contacts with non-European cultures. Van den Boogaart is as unassuming as he is indispensible. If he had a request, I would fulfill it if I could.
This was more than a simple request. Van den Boogaart had been approached by a research institute in Paris and Houston, Texas, known as The Image of the Black in Western Art. It was put in place by the oil millionaire Dominique de Menil (1908-97), a formidable figure in 20th-century patronage of minority politics as well as art. Her own explanation of her motivation she put into words thus:
The decision in 1960 to launch a systematic investigation of the iconography of blacks in Occidental art did not proceed from any clear plan. It was an impulse prompted by an intolerable situation: segregation as it still existed in spite of having been outlawed by the Supreme Court in 1954. Many works of art contradicted segregation. A sketch by a master could reveal a depth of humanity beyond any social condition, race or color. So why not assemble these art works in an exhibition or a book? With such a naïve approach, a serious enterprise was started.
see more : http://artsfuse.org/?p=441
———————————————————-
Frankfurter Allgemeine Konstanze Cruwell 22 august 2008
Dem Wahren, Schönen, Guten?
(….)
Eine Premiere also in der Geschichte von Schwarzen in der Kunst. Systematisch erforscht wird sie auf Initiative der amerikanischen Mäzenin Dominique de Ménil seit langem im Warburg Institute und in der Harvard University, die „The image of the Black in Western Art“ veröffentlichte. Um Diskriminierung unter anderem der Schwarzen ging es dann bei der Whitney-Biennale 1993 in New York, die ein legendärer Höhepunkt der Political Correctness wurde und vor allem an das Empörungspotential der Museumsbesucher appellierte. Nur noch biedere Didaktik war es dagegen, als Fred Wilson vor fünf Jahren bei der Biennale in Venedig devote Mohrendiener auf alten venezianischen Gemälden im amerikanischen Pavillon präsentierte und davor einen afrikanischen Händler – keinen echten natürlich – mit nachgemachten Prada-Taschen setzte. Unter Karel van Manders elegantes äthiopisches Königspaar im Kasseler Schloss Wilhelmshöhe hatten Roger M. Buergel und Ruth Noack bei ihrer Blockflötenlehrer-Documenta im vorigen Jahr die Porträts schwarzer Jugendlicher von Kerry James Marshall gehängt – auch dies ein kaum aufrüttelnder Erkenntnisgewinn.
Einfach nur schön
In Amsterdam wird nun der reine kunsthistorische Blick zelebriert: Allein um prachtvolle Bilder mit attraktiven schwarzen Menschen geht es hier – so ähnlich könnte eigentlich aber auch eine Ausstellung über ansehnliche Rothaarige ausschauen. Das mehr als traurige Schicksal vieler Schwarzer wird nur am Rande auf einigen Terminals zum Thema. Aber immerhin sind frühe und sehr ergreifende Illustrationen zu „Onkel Toms Hütte“ zu sehen. Nur im Katalogtext zu Reinier Vinkeles entzückender Radierung (nach John Gabriel Stedman), die eine Sklavenfamilie vom Stamme Loango „in stillem Glück“ zeigt, liest man dagegen von schauerlichen Folterungen, die Stedman ebenfalls zum Sujet seiner Grafiken machte.
Wer sich trotz einigen Zögerns und mancher Fragen zum weitgehend kontextfreien Programm auf diese Ausstellung einlässt, wird durchaus belohnt. Das beginnt mit exquisiter spätmittelalterlicher Buchmalerei wie dem berühmten Spiegel Historiael des Jacob van Maerlant, wo ein tapferer Gegner von Karl dem Großen geschildert wird, und in anderen Handschriften haben Engel oder einer der drei das Christuskind anbetenden Könige einen beseelten Auftritt.
Eines der großartigsten Gemälde dieser Schau hat Rubens 1609 mit der überaus lebensvollen „Studie eines schwarzen afrikanischen Mannes mit Turban“ geschaffen, als Vorbereitung einer „Anbetung der drei Weisen“, ein für den Saal des Antwerpener Rathauses bestimmtes Werk, das er aus Anlass der Unterzeichnung des zwölfjährigen Waffenstillstands zwischen Spanien und den Vereinigten Provinzen der Niederlande malte. Die Rubens-Studie war übrigens vor drei Jahren auf der Messe in Maastricht zu haben, jetzt wurde sie vom glücklichen Privatsammler ausgeliehen. Von Jacob Jordaens stammt ein um 1650 entstandenes sehr schönes Bildnis von Moses und dessen skeptisch lächelnder äthiopischer Frau. Ob sie tatsächlich aus Äthiopien kam, ist freilich ungewiss, denn die – von den niederländischen Autoren vielgelesenen – klassischen Autoren pflegten schlicht alle schwarzen Afrikaner als Aethiopes, Äthiopier zu bezeichnen.
Alle sind vertreten
Von den „Äthiopischen Geschichten“ des spätantiken Schriftstellers Heliodor ließ sich Karel van Mander III. inspirieren: Sein um 1640 entstandenes Gemälde zeigt den äthiopischen König Hydaspes und seine Frau Persina, die so voller Bewunderung auf ein Bildnis der Andromeda blickt, dass sie bald darauf eine weißhäutige Tochter zur Welt bringt. Diese Chariklea wird verstoßen, kehrt aber schließlich zu den Eltern zurück.
Frans Post, der wunderbare Maler, den Johann Moritz von Nassau-Siegen, Generalgouverneur der niederländischen Besitzungen von 1637 bis 1644, mit auf die Reise nahm, ist mit dem prachtvollen Gemälde einer von Schwarzen bevölkerten „Zuckerfabrik“ unter Palmen vertreten. Unter den künstlerischen Begleitern des Gouverneurs war aber auch Albert Eckhout, dessen großformatige Bildnisse einer stolzen und bildhübschen Schwarzen mit Hut, ihres mit Pfeilen bewaffneten männlichen Kollegen und eines Mulatten mit Gewehr zu den ungewöhnlichsten und attraktivsten Werken dieser Ausstellung gehören. Wer zu den Fans von Eckhout zählt, fragt sich natürlich, warum sein Lieblingsbild, die Frau mit der Kiepe auf dem Rücken, aus der ein weißes Menschenbein ragt, hier nicht zu sehen ist. Die Antwort ist einfach: Bei der Frau handelt es sich um eine Indianerin, die in dieser Ausstellung also nichts zu suchen hat.
Rembrandt ist mit den „zwei Trommlern auf dem Maulesel“ präsent, einer berühmten kolorierten Zeichnung von 1638, die sicher zu den reizvollsten Werken dieser Ausstellung gehört; außerdem mit der kargen Radierung einer afrikanischen Frau. Anziehende Beispiele jener Epoche sind aber auch Gaspar Geyers „Studie eines Kopfes“ oder Cornelis van Dalens (nach Govert Flink) Druckgrafik eines bildschönen „Schwarzen Mädchens“.
Dass die niederländische Malerei im siebzehnten Jahrhundert ihre konkurrenzlos große Zeit gehabt hat, bleibt in dieser Ausstellung nicht verborgen. Denn leider nur im Katalog sind Kees van Dongens herrliches Porträt der Jacqueline Baker und seine „Ironische Silhouette der Jazz-Ära“ präsent. Und Isaac Israels Szenen oder Jan Sluijters Frauenbildnisse in allen Ehren, wirklich interessant wird es jedoch erst wieder mit Marlene Dumas’ suggestiven Porträts oder mit Erik van Lieshouts rasantem gelbschwarzem Bildnis „High and Mighty“.
———————————-
Arte
König oder Sklave
„Black is beautiful!“, so lautet der programmatische Titel einer großen Ausstellung in der Nieuwe Kerk am Dam-Platz in Amsterdam, die sich der Darstellung des schwarzen Menschen in der niederländischen Kunst vom 14. bis zum 21. Jahrhundert widmet und noch bis zum 26. Oktober zu sehen ist.
Erstaunlich facettenreich und im ständigen Wandel begriffen präsentiert sich die Rolle des farbigen Menschen in der großen Zusammenschau von etwa 135 Gemälden und Zeichnungen. Bekannt ist seine Darstellung als einer der drei „Weisen aus dem Morgenland“, wie man sie schon in der mittelalterlichen Buchmalerei findet. Hinzu tritt im Spätmittelalter das biblische Bekehrungsthema „Die Taufe des Kämmerers“. Der Getaufte wird dabei als schwarzer „Äthiopier“ personifiziert. Im konfessionellen Streit des 17. Jahrhunderts zwischen dem protestantischen Norden und dem katholischen, zu Spanien gehörenden Süden der Niederlande griffen die Kontrahenten dieses Bildthema auf, um für ihren als den „richtigen“ Glauben zu werben.
Häufig finden sich in der Barockmalerei aber auch Porträtstudien etwa von Rubens oder Rembrandt, die die Eigenart des schwarzen Antlitzes zu erfassen suchten. Auch die klassische Mythologie liefert zahlreiche Themen, die die Künstler des 16. und 17. Jahrhunderts aufgreifen, wie die schwarzen Amoretten aus dem Emblembuch Otto van Veens (1608) zeigen.
Im Zuge der Entdeckungen des 16. Jahrhunderts traten vermehrt dunkelhäutige Männer und Frauen als Allegorien für den Erdteil Afrika oder als Personifikationen der Nacht in Erscheinung.
(……)
Sehr dominant aber ist im 17. Jahrhundert die Darstellung von schwarzen Knaben als Diener wohlhabender Holländer auf Genrebildern oder Porträts. Die Bilder reflektierten so die Machtstellung des Weißen gegenüber dem Sklaven, beispielsweise in der niederländischen Kolonie Surinam. Das 19. Jahrhundert zeigt sich danach janusköpfig: Wurde einerseits im Kontext der Kritik an der Sklaverei der schwarze Mensch als Opfer weißer Willkür dargestellt, erscheint er andererseits im Orientalismus als „exotisches“, so fremdes wie befremdliches Wesen.
Die Ausstellung schlägt schließlich den Bogen bis in die Gegenwartskunst, die einen selbstbewussten, starken schwarzen Menschen ins Zentrum ihres Schaffens stellt.
Dr. Heike Talkenberger
http://www.arte.tv/de/2137310,CmC=2132482.html
———————————————————
Sundays Zaman Andrew Finkel How Others see us
——————————————————————————————————————————–
!!!
Liberation
Des Noirs aux tableaux CESSOU SABINE
GRAND ANGLE Le 28 août 2008
Black is beautiful, de Rubens à Dumas. Vraiment ? Etalé sur la Nieuwe Kerk, un grand espace culturel d’Amsterdam, le slogan noir américain des années 60 laisse songeur. Plus barbant, le sous-titre de cette grande expo (1) paraît plus juste : car il s’agit bien de «l’homme noir dans l’art néerlandais». A l’entrée, on redoute le pire, dans le genre politiquement correct. Les dépliants parlent de «fascination» pour la«beauté noire» à travers les âges. «Après tout, l’homme noir n’est pas seulement un esclave, un servant, un page ou un diable», argumente une voix off sur un film introductif, proposant un regard plus «positif».Une fois dans les salles, il faut se rendre à l’évidence. «Black is beautiful» n’est pas seulement un abrégé magistral d’histoire de l’art, avec ses trois grandes époques. «Monde ancien», «Nouveau Monde» et «Temps modernes» sont représentés à travers des artistes majeurs : Rubens, Rembrandt, l’expressionniste Karel Appel et la plasticienne Marlene Dumas, une Sud-Africaine installée depuis 1973 à Amsterdam.
L’exposition, en se plaçant d’un point de vue qui n’avait jamais été tenté, nous en apprend beaucoup sur l’Europe elle-même. Ce qui saute aux yeux, dès les premières oeuvres, c’est la vision du monde et des autres qu’a pu avoir un petit royaume maritime et chrétien. L’homme noir n’existe d’abord que sous les traits d’un ennemi, le Maure, dans les scènes de combat des miniatures du XIIe siècle. Cent ans plus tard, l’Africain n’est plus qu’un thème religieux. Un roi mage, une reine de Saba, ou encore la femme éthiopienne de Moïse, qui prêche en 1650, sous le pinceau de Jacob Jordaens, une étonnante tolérance. Les Africains ne sont pas toujours dépeints sous des traits avantageux. Ils ont la paupière lourde, la joue saillante et même le crâne aplati, dans un dessin de Rembrandt. C’est que tout le monde n’est pas beau et tout le monde n’est pas gentil, comme le reconnaissent les écrans interactifs mis à la disposition du public. Interviews de spécialistes, archives et mini-documentaires. : un trésor d’histoires sur les oeuvres et les artistes exposés montre que les stéréotypes les plus féroces n’arrivent qu’avec l’esclavage, dénudant les femmes et transformant les enfants noirs en pages obéissants. L’expo ne tourne pas le dos au passé colonial, même si elle insiste sur les histoires d’amour mixte qui ont aussi existé, ou sur la reconnaissance du rôle joué par les recrues ghanéennes d’une armée royale déployée jusqu’en Indonésie, avec ce portrait d’un Jan Kooi martial, signé Conrad Leich, en 1882.
A la belle époque des revues noires et des bals nègres, l’homme noir devient fréquentable. C’est un ami, et même un étendard. A la Libération, en 1945, Karel Appel exécute un Negerportret en bleu et rose, présenté par la Nieuwe Kerk comme un signe de soulagement, après les années d’interdictions nazies. Les héritiers de Franz Fanon et Steve Biko auront sans doute une lecture plus militante. Il n’empêche : «Black is Beautiful» ouvre une multitude de portes, au lieu de les rabattre sur les seuls préjugés de l’Occident.
(1) Tous les jours, jusqu’au 26 octobre. http://www.nieuwekerk.nl
http://www.liberation.fr/grand-angle/010187948-des-noirs-aux-tableaux
——————————
Financieel Dagblad Adrie van Griensven 2 augustus 2008
———————————————
Leen Moelker 7 september e-zine cultuurwetenschappen
Op 26 juli 2008 is de tentoonstelling Black is Beautiful, Rubens tot Dumas geopend. De expositie is tot 26 oktober 2008 te zien in de Nieuwe Kerk in Amsterdam en beslaat meer dan 130 schilderijen en documenten. En er is een introductiefilm. De samenstellers willen een beeld geven van zevenhonderd jaar positieve kijk van kunstenaars en opdrachtgevers op de kleurling als de koning, de slaaf, de page, de dienstknecht enz. De zwarte mens is echt niet alléén als een exotisch object afgebeeld. Is deze opzet geslaagd?
Cultuurwetenschappers dromen er soms van een onderzoeksdomein met een onderwerp te hebben gevonden dat tot nu toe door de wetenschap is genegeerd. En dan ook nog de resultaten van dit onderzoek aan een breed samengesteld publiek te mogen presenteren; dan lijkt het hoogste ideaal bereikt. Maar dromen zijn dromen. Toch geldt dat niet voor Esther Schreuder (1963), gastconservator van de Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam. Zij kreeg het idee de zwarte mens in de kunst te belichten vanuit een nieuw perspectief. Ze greep de kans dat te onderzoeken en te presenteren.
zie verder hele artikel op:
http://www.cultuurwetenschappen.org/recensies/focus.php
————————————–
Black was always beautiful
Patrick Dorder [Copyright Radio Netherlands] July 2008
The exhibition Black is Beautiful uses works of art to show how the image of black people has changed over the centuries. On display are paintings of black people by mainly Dutch artists. By Patrick Dorder.
The exhibition includes a special study in oils by Rubens, an intimate drawing by Rembrandt and paintings by Karel Appel and Marlene Dumas. It shows the fascination for black people through the ages.
The earliest known images of black people in the Netherlands are found in miniatures from the late Middle Ages. They are mostly black kings featured in biblical stories. They can be roughly divided into black enemies such as the Mores, who were Muslims, and black friends such as the Ethiopians, who fought on the Christian side.
Live models
It wasn’t until is the 17th century that Dutch artists got the opportunity to work with live black models. The activities of the Dutch seafaring trading companies – the United East India Company (VOC) and the West Indian Company – brought all kinds of black people to the Netherlands. And so in 1630 it was rather easy for Rembrandt van Rijn to find a black model.
More on:
http://www.expatica.com/nl/leisure/arts_culture/Black-was-always-beautiful_12795.html
Negro sempre foi bonito
Patrick Dorder
Data de publicação : 29 Julho 2008 – 3:11pm | Por RNW Radio Netherlands Worldwide
Em cartaz na Nieuwekerk em Amsterdã, a exposição Black is Beautiful mostra como artistas, principalmente holandeses, retratam a raça negra em suas obras através dos séculos como fonte de inspiração. A exposição conta, entre outros, com estudos a óleo de Rubens, um desenho íntimo de Rembrandt e pinturas de Karel Appel e Marlene Dumas.
As imagens mais antigas são miniaturas do final da Idade Média, que retratam, sobretudo monarcas como os da bíblia. Em termos gerais, podem ser qualificadas em duas categorias: o inimigo negro, que era o mouro, e o negro amigo – o etíope – que lutou ao lado dos cristãos.
Modelos-vivos
Somente no século dezessete, os artistas holandeses tiveram a oportunidade de trabalhar com modelos-vivos. No início do comércio marítimo holandês, a Companhia das Índias Ocidentais e a Companhia Geral das Índias Orientais, trouxeram africanos para a Holanda. Por volta de 1630, Rembrandt van Rijn pôde encontrar facilmente um modelo-vivo da raça negra.
Antes disso, costumava-se a representar pessoas negras utilizando cópias de materiais que haviam sido elaborados pelos descobridores ou outros artistas.
“Estas cópias não tinham caráter depreciativo”, explica o historiador de arte Elmer Kolfin, colaborador do catálogo de ‘Black is Beautiful’. “Simplesmente não se dispunha de modelos-vivos. A arte, por definição, tem como objetivo, refletir o sublime. Nessa época, as pessoas negras eram pintadas como reis, príncipes e nobres”.
Por volta do século dezessete era comum, em círculos reais, presentearem-se mutuamente com um pajem, geralmente meninos oriundos da África. Às vezes, os artistas utilizavam estes servos como imagem contrastante, para realçar melhor a pele branca do amo. O estereótipo dos negros como selvagens e primitivos se produziu mais tarde, quando a Holanda passou a forçar africanos a migrarem para América e lá trabalharem como escravos.
Primitivos
Na primeira metade do século vinte esteve em voga, entre os artistas, realizar trabalhos primitivistas, inspirando-se na arte procedente da África e da ilha da Oceania de Nova Guiné. Os negros eram considerados primitivos e eram representados geralmente nus e rodeados de natureza.
Segundo Adi Martis, historiador de arte da Universidade de Utrecht, este pensamento não reproduzia com realismo às pessoas retratadas: “Era uma espécie de clichê, já que, durante muito tempo, obrigamos os negros a serem originais, negando os aspectos modernos”.
Inversão de papéis
A partir dos anos 60, época das descolonizações, os artistas negros procedentes das antigas colônias, começam a contribuir para a formação da imagem. Na exposição Black is Beautiful há obras destes artistas contemporâneos. Pode-se ver imagens de libertadores, como o jamaicano Marcus Garvey e o surinamês Antón de Kom, pintadas por Iris Kensmill.
Outro artista, Gillion Grantsaan, brinca com os estereótipos e retrata a Rainha Beatrix (foto), da Holanda, com um penteado afro. Ambos representam a nova geração de artistas da diáspora africana: nascidos na Europa, de raízes africanas e caribenhas, que viajam o mundo todo e mudam a maneira de retratar as raças negras e brancas.
Black is Beautiful foi composta, após anos de estudos, pela curadora convidada Esther Schreuder. A idéia de estudar a figura do negro nas obras de artes surgiu de uma visita ao Rijksmuseum (Museu Real), em Amsterdã. Schreuder estava acompanhada de Iris Kensmil e percebeu que a artista focava sua observação nas pessoas negras. (c Wereldomroep )
————————————
——————————————–
Museumtijdschrift Margriet Verhoef
Dit is het eerste deel van de recensie. Meer in het tijdschrift
—————————
Volkskrant recensies en reacties (ook veel reacties op internet op de reacties in de krant)
NRC Sandra Smets (dit mag niet)
Rutger Pontzen vergelijkt Enwezor met Schreuder grote overeenkomst: te positief over Afrika.
—————————————————————————————————————————————
enz enz….etc….
Trouw, https://www.trouw.nl/nieuws/onbehaaglijk-positief~ba740329/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F, NRC next: Positief racisme is ook racisme Cultura, Repubblica, De Standaard
—————————
Radio De Avonden: Anton de Goede in gesprek met Esther Schreuder http://www.vpro.nl/programma/deavonden/afleveringen/39684308/
Television
About me
In 2008 I was guest curator of the exhibition Black is beautiful. Rubens to Dumas. Important advisors: Elizabeth McGrath (Rubens and colleagues, Warburg institute Image of the Black in Western Art collection), Carl Haarnack (slavery in books), Elmer Kolfin (slavery in prints and paintings) en Adi Martis (contemporary art). Gary Schwartz made his research for The Image of the Black in Western Art available to me.

In 2014 my essay ‘Painted Blacks and Radical Imagery in the Netherlands (1900-1940)’ was published in The Image of the Black in Western Art Volume V (I). (ed. David Bindman, Henry Louis Gates jr.)

In 2017 I published a book about the black servants at the Court of the Royal Van Oranje family. More than a thousand documents have been found about their lives. (only in Dutch)

All photos on this site are not intended for any commercial purpose. I have tried to trace all the rules and rights of all images. As far as I know, these images can be used in this way. If you ar a copyright holder and would like a piece of your work removed or the creditline changed then please do not hesitate to contact me.
estherschreuderwebsite@gmail.com