De herkomst van Guan Anthony Sideron 1756-1803: Curaçao

La Fargue RP-T-00-3550 Sideron Rijksmuseum detail
Guan Anthony Sideron circa 1767. Collectie Rijksmuseum

In de maanden maart-april 1763 werd de zevenjarige Guan Anthony Sideron opgenomen in de hofhouding van de aankomende vijftienjarige stadhouder Willem V. Waarschijnlijk was hij een cadeautje van iemand of een organisatie die een goede relatie met de aankomende stadhouder wilde.

Jonge, mooie, slimme en trouwe kinderen met een Afrikaans uiterlijk waren al eeuwen gewilde relatiegeschenken in heel Europa. Ze konden goed opgeleid worden tot bediende en gaven een vorst of vorstin, met hun aanwezigheid, een universele uitstraling.

Uit verschillende documenten in de Koninklijke Verzamelingen en elders blijkt dat de kleine Sideron bij de erfprins van Oranje-Nassau uit Curaçao kwam.

DSC_8992 Sideron op lijst 1764
Inventaris livrei bedienden 1764. Collectie: Koninklijke Verzamelingen (c)

Jongetjes met de naam Juan Anthony op Curaçao tussen 1756 en 1763

Het langwerpige eiland Curaçao ligt tussen de eilanden Bonaire en Aruba vlakbij Venezuela aan de noordkust van Zuid Amerika. Het vlakke en soms heuvelachtige droge landschap met een paar bergen bleek in de zeventiende en achttiende eeuw niet geschikt voor winstgevende plantages. Het heeft daarentegen wel diepe inhammen en binnenbaaien. Een daarvan, de St Anna Baay ligt aan de zuidoostkant van het eiland en was voor grote schepen goed toegankelijk. De schepen moesten dan wel in de zeventiende en achttiende eeuw met mankracht naar binnen gesleept worden.

Katern 1 Curacao urn-gvn-SURI01-KAARTENZL-Bijzondere collecties Amsterdam
Curaçao, Bijzondere collecties Universiteit van Amsterdam

Bij de ingang van het Schottegat was op de oostzijde door de WIC een groot ommuurd fort met de naam Fort Amsterdam gebouwd en lagen achttien kanonnen gericht op zee. Achter het fort was het ommuurde stadsdeel Punda van Willemstad met zijn kerken, synagogen en grote huizen. Aan de overkant van het Schottegat lagen de eerste huizen van het niet ommuurde Otrobanda.

Bijzondere collecties Amsterdam
Willemstad, Bijzondere collecties Universiteit van Amsterdam

Verschillende handelscompagnieën en privé eigenaren voeren vanaf de kusten van Afrika naar Curaçao en verkochten hier hun gevangen en tot slaaf gemaakte Afrikanen aan de WIC en tussenhandelaren. De meeste Afrikanen werden doorverkocht en verscheept naar andere koloniën. Een klein deel bleef op het eiland achter en werd aan het werk gezet in de huizen van de rijke en minder rijke kolonialen en op de kleine plantages elders op het eiland. De schepen werden daarna grondig schoongemaakt en volgeladen met indigo, suiker, cacao en koffie om daarmee naar de Republiek te varen.

Aan de noordoostkant van het eiland lag bij de baai van Hato de grootste plantage van de WIC. Vlakbij waren grotten waar voorheen de inheemsen woonden (Arawakken) en waarin zich in de achttiende eeuw mensen verstopten die gevlucht waren uit hun slavenbestaan.

De meeste mensen die in slavernij leefden op het eiland, iets meer dan 5.500, waarschijnlijk zonder de kinderen meegeteld, kregen niet meer dan maïsbrood, tarwe en soms een stukje vlees te eten. In de jaren 1762- 1763 was er een hongersnood op het eiland en konden de eigenaren maar met moeite de mensen in hun eigendom te eten geven.

Guan Anthony’s op Curaçao

Behalve de in het boek Cupido en Sideron. Twee Moren aan het hof van Oranje, genoemde in 1756 gedoopte Juan (Guan) Anthony, zijn in het Curaçaose kerkboek van de St Anna Parochie diverse andere in slavernij geboren Juan Anthony’s terug te vinden in 1755 en 1756.

Onder hen zonen van de vrouwen en mannen die in slavernij leefden: De moeders Maria Gracia, Maria Magdalena, Catharina en de ouders Domenico en Anna Dorothea en Joannis Antonius la Croix en Joanna Esperanza.[i]

Daarnaast kwam een Guan Anthony van dezelfde leeftijd op Curaçao in die jaren terecht in een eigendomsgeschil. De aanleiding was dat Isaac Faesch – gouverneur van Curaçao tussen 1740 -1758 – verschillende mensen in het bezit van de West Indische Compagnie (WIC) had afgeschreven als oud en niet langer geschikt. Zij kregen hiermee hun vrijheid.

Zijn opvolgers Jacob Bosvelt en Jean Rodier ontdekten dat niet alle vrijgegeven mensen daadwerkelijk oud waren. Onder hen de in Bonaire geboren ‘mulattin’ Dominga Zeerover, met haar drie kinderen.

DSC_7657 Mulattin Zeerover Juan Anthony
collectie Nationaal Archief

Een van haar drie kinderen was een Juan Anthony uit 1756. De zaak sleepte jaren tot Bosvelt besloot Juliana met kinderen Marco en Anna de plaats van Zeerover in te laten nemen in slavernij bij de WIC. Dominga Zeerover was nu vrij. In haar papieren stond: ‘1761 volkomen vrijgegeven en van alle slaafse dienst ontslagen hebben, des compagnies Mulat genaamd Dominga Zeerover en twee kinderen genaamd Jan Hendrik Rosel en Gertruida’. Haar vijfjarige zoontje Juan Anthony bleek te zijn verdwenen.

DSC_7525 Zeerover
collectie Nationaal Archief

Onder het gouverneurschap van Bosvelt verdween nog een Juan Anthony. Hij verbleef, met meer kinderen, in Fort Amsterdam het hoofdkwartier van de WIC in Willemstad op Curaçao. Gouverneur Bosvelt schreef aan de WIC  dat hij deze kinderen, vooral de meisjes, als een last zag en ze inwisselde voor wat hij noemde ‘goede negers’. Na de dood van Bosvelt in 1762 bleek ook Juan Anthony uit het Fort te zijn verdwenen. Hoewel Bosvelt deed voorkomen dat de kinderen niets waard waren, kocht hij zelf van het schip de Vrouwe Johanna een van de 18 jongens uit Angola voor 140 gulden.

Over het leven op Curaçao van de Guan Antony die bij Willem V terecht kwam is niet veel bekend. Daarentegen wel veel over zijn leven daarna, tot zijn dood in 1803, aan het hof.

Cupido en Sideron Cover 30-8-2017

Inleiding van het boek is hier te lezen.

Er was een tentoonstelling in Den Haag 21-september- 2017 tot 28 januari 2018 Afrikaanse bedienden aan het Haagse hof:  https://www.haagshistorischmuseum.nl/tentoonstelling/afrikaanse-bedienden-aan-het-haagse-hof

Het onderzoek en de publicatie zijn mogelijk gemaakt door bijdragen van:

alle logo's

[i] Doopregisters Nationaal Archief Curaçao microfilms 280

About me:

In 2008 I was guest curator of the exhibition Black is beautiful. Rubens to Dumas. Important advisors: Elizabeth McGrath (Rubens and colleagues, Warburg institute Image of the Black in Western Art collection), Carl Haarnack (slavery in books), Elmer Kolfin (slavery in prints and paintings) en Adi Martis (contemporary art). Gary Schwartz made his research for The Image of the Black in Western Art available to me.

Black beautiful Rubens to Dumas cover
Black beautiful Rubens to Dumas cover

In 2014 my essay ‘Painted Blacks and Radical Imagery in the Netherlands (1900-1940)’ was published in The Image of the Black in Western Art Volume V (I). (ed. David Bindman, Henry Louis Gates jr.)

In 2017 I published a book about the black servants at the Court of the Royal Van Oranje family. More than a thousand documents have been found about their lives. (only in Dutch)

Cupido en Sideron Cover 30-8-2017

All photos on this site are not intended for any commercial purpose. I have tried to trace all the rules and rights of all images. As far as I know, these images can be used in this way. If you ar a copyright holder and would like a piece of your work removed or the creditline changed then please do not hesitate to contact me. 

estherschreuderwebsite@gmail.com

4 Comments

  1. Hallo Esther gefeliciteerd, en wat een boeiend verhaal over Sideron uit Curacao. ik denk dat ik naar de opening ga komen op 21 september, groeten Marjan

    >

Leave a reply to marjan de visser Cancel reply