
De kranten van Nederland in de negentiende eeuw over: de Afrikaanse prins Aquasi Boachi en de drie koningen (Willem I, II en III)
Tegenwoordig kun je, soms, met een simpele handeling veel vinden over één enkele persoon. Bijvoorbeeld over Aquasie Boachi (De zwarte met het witte hart van Arthur Japin). De naam Boachi geeft in Delpher (gedigitaliseerde kranten site van de Koninklijke Bibliotheek) meer dan 500 hits.
Ook staan inmiddels verschillende afbeeldingen van hem online.
Hieronder een kleine samenvatting van wat er zoal te vinden is over deze Afrikaanse prins. Hij kreeg van koning Willem I een opleiding , was bij de inhuldiging van koning Willem II en werd door koning Willem III schadeloos gesteld. Dit laatste omdat Aquasi, in zijn veelbelovende carrière, werd tegengewerkt vanwege zijn kleur en afkomst.
De kranten doen hier uitgebreid verslag van. Want Aquasi Boachi wist goed gebruik te maken van het medium krant.
Boachi in tijdsdocumenten
In 1837 werden de tienjarige Afrikaanse prinsjes Kwasi Boachi 1827 –1904 en Kwame Poku 1827–1850 naar Nederland gebracht als onderpand bij een handelsovereenkomst met de koning van de Ashanti’s, Kwaku Dua de Eerste 1797–1867.


De twee jongens hadden door hun koninklijke afkomst een uitzonderlijk hoge status voor zwarte mensen in Nederland. Zij kwamen aan het hof binnen als koningskinderen en zo lijken ze ook vanaf het begin behandeld te zijn. Ze pasten echter ook in een eeuwenoude Europese traditie volgens welke zwarte kinderen in de hofhouding werden opgenomen en opgeleid (zie Cupido en Sideron op deze site).
Koning Willem I stuurde zoals dat hoort een cadeau terug naar zijn collega, de vader van Kwame, in Afrika.

Dit schilderij is verloren gegaan.
De twee jongens werden in Delft als Hollanders opgevoed en opgenomen in de entourage van koningin Anna Paulowna (1795 –1865) en haar dochter prinses Sophie (1824 –1897). De jongens en later mannen zijn op meerdere kunstwerken en foto’s te zien. Zo staan ze op een schilderij van Nicolaas Pieneman 1809 –1860 duidelijk zichtbaar tussen de genodigden bij de inhuldiging van Willem II in 1840 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam (zie boven). En op onderstaande daguerreotypie is Boachi’s elegantie, voornaamheid en vooral ook belezenheid in beeld gebracht.



1850 Boachi wordt door Willem III benoemd en gaat naar Nederlands-Indië

In 1757 komt hij terug naar Nederland voor verlof


In oktober 1857 vertrekt Boachi weer uit Rotterdam
Het blijkt tegen te vallen in Nederlands-Indië. Hij wordt tegengewerkt vanwege zijn kleur en afkomst. Willem III schiet hem te hulp in de vorm van een schadeloosstelling.
Zijn teleurstelling over de vernedering brengt Boachi onder woorden in op een ingezonden artikel:
‘Ware ik een persoon van enige betekenis of grote invloed, dan zou de aantijging des heren Huet schijnbaar iets voor zich hebben; maar ik ben een onbeduidend wezen, een vergeten burger in een achterhoek van Java en bovendien een Neger, die woont in het land, waar de blanke overheerser minachtend op de kleurling neerblikt ‘
Hij reageert op een stuk ‘De Goudkust en Siak’ dat eerder gepubliceerd werd. Hieronder zijn hele reactie


Er worden excuses aangeboden

De kranten bijven de reisbewegingen van Boachi volgen.




Door de jaren heen schrijven verschillende kranten over het onrecht dat hem is aangedaan en de hulp van koning Willem III.
Ook in 1900, Dan viert Boachi het feit dat hij vijftig jaar in Indië is.

Zijn levensverhaal komt weer aan de orde als hij in 1904 sterft. Er is dan ook weer aandacht voor zijn neef die zelfmoord pleegde.

Een geromantiseerde versie van Aquasi Boachi’s leven is te lezen in Arthur Japins succesvolle roman De zwarte met het witte hart uit 1997. Deze roman is gebaseerd op documenten die de schrijver terugvond.
Op de krantensite Delpher zijn nog veel meer berichten over hem te vinden.
About me :
In 2008 I was guest curator of the exhibition Black is beautiful. Rubens to Dumas. Important advisors: Elizabeth McGrath (Rubens and colleagues, Warburg institute Image of the Black in Western Art collection), Carl Haarnack (slavery in books), Elmer Kolfin (slavery in prints and paintings) en Adi Martis (contemporary art). Gary Schwartz made his research for The Image of the Black in Western Art available to me.

In 2014 my essay ‘Painted Blacks and Radical Imagery in the Netherlands (1900-1940)’ was published in The Image of the Black in Western Art Volume V (I). (ed. David Bindman, Henry Louis Gates jr.)

In 2017 I published a book about the black servants at the Court of the Royal Van Oranje family. More than a thousand documents have been found about their lives. (only in Dutch)

All photos on this site are not intended for any commercial purpose. I have tried to trace all the rules and rights of all images. As far as I know, these images can be used in this way. If you ar a copyright holder and would like a piece of your work removed or the creditline changed then please do not hesitate to contact me.
estherschreuderwebsite@gmail.com
Dag Esther,
Fascinerend! Ik was vertrouwd met het onderwerp vanwege mijn boek over de Afrikaanse soldaten in Ned. Indië ( Zwarte Hollanders). Vandaar een kleine kanttekening: er is m.i. geen sprake van een “illegale slavenhandelsovereenkomst” in 1837. Er is geen reden om het verdrag “illegaal” te noemen: een en ander gebeurde in alle openheid, en ook de Engelsen werden erover ingelicht. Het ging dan ook niet over slavenhandel, maar over de werving van Afrikaanse soldaten voor het KNIL. Veruit de meesten waren van slavenafkomst, maar werden vrijgekocht voordat ze in dienst traden. Over het algemeen was er sprake van een mate van vrijwilligheid. In een aantal gevallen zijn mannen die als recruut waren aangebracht, weer weggestuurd toen bleek dat ze tegen hun wil waren aangemeld. De Afrikaanse soldaten werden (grotendeels) behandeld en betaald als Nederlandse soldaten. Na afloop van hun diensttijd konden ze kiezen uit terugkeer naar Afrika of vestiging op Java. Dat is toch een wezenlijk verschil met de positie van slaven. Voor meer bijzonderheden, zie mijn boek: Zwarte Hollanders: Afrikaanse soldaten in Nederlands-Indië.
Het verhaal van Aquasi Boachi blijft me boeien, dank je wel voor het schatgraven!
Ineke van Kessel
Hij Ineke,
Dank voor je correctie. Heel goed om te weten.
Ik heb je boek, Zwarte Hollanders, hier natuurlijk staan, maar had het er niet opnieuw op nageslagen bij het maken van deze post.
Dat de soldaten goed behandeld zijn weet ik, maar ik dacht dat ze grotendeels onvrijwillig gingen, gekocht werden en heel lang moesten blijven.
Zou je ze kunnen vergelijken met de Redi Musu’s in Suriname die daar werden vrijgelaten om met het Nederlandse leger op weggelopen slaven te gaan jagen? Is het: werving van soldaten onder slaven die in ruil voor contract vrijheid krijgen?
Ik zal een verwijzing naar je correctie in de tekst zetten.