
Wist men het?
Een paar dagen geleden stelde iemand mij de vraag of de meeste mensen in de Republiek van de zeventiende en achttiende eeuw op de hoogte waren van de slavernij.
Feitelijk weet ik het antwoord niet op deze vraag, maar ik vermoed dat ‘men’ het over het algemeen wist.
Heel veel mensen waren ofwel direct ofwel indirect bij de slavernij betrokken Dat kon zijn door een familielid die op een van de schepen voer (ik kwam de naam Schreuder op vele VOC schepen tegen), of omdat ze zelf aan boord waren geweest en in de koloniën, of omdat ze producten maakten voor de slaafgemaakten, zoals kleding, negerhoeden, kettingen, of omdat ze producten verwerkten uit de koloniën zoals suiker koffie, thee, wijn etc.).
En ‘men’ kon het in de krant lezen. In de kranten uit de achttiende eeuw staan regelmatig berichten van allerlei aard over ‘slavenhandel” , ‘negerboten’ etc.
Hieronder een aantal voorbeelden van berichten uit de Konst en Letterbode voor meer en min geoefenden uit het jaar 1790
Vrijdag 8 January p 13
De Engelsche Gouverneur, Graaf Cornwallis, heeft den Slavenhandel in Bengalen geheel afgeschaft, en hier omtrent de volgende orders doen afkondigen: “dat alle Personen, die in ‘t vervolg, direct of indirect, bevonden zullen worden, zig hier mede op te houden, voor den Hogenraad in rechten zullen betrokken worden, en, Britsche onderdanen zijnde, bij overtuiging, naar Europa gezonden worden: zullende, op dat niemand onkunde moge voorwenden, deze order, jaarlijks op den 1 Januari overal in zijn Rechtsgebied gepubliceerd worden. ” Wijders is er ene Premie van 100 Ropijne belooft aan den genen, die enige overtreder dezer Publicatie zal aanbrengen, en nog 50 Ropijen daar en boven , voor ieder Mans – of Vrouwspersoon, die , ingevolge deze ontdekking, van Slavernij of wetteloze opsluiting zal verlost worden.
1790 nr 89 p 68
Recensie over boek van ene M L’admiral….en Afrique. De schrijver heeft vooral in Senegal gezeten en schrijft lovend over de ‘inboorlingen'(een woord wat dan een minder negatieve betekenis heeft, Het wordt ook gebruikt voor Nijmegenaren etc) en is kritisch over de wreedheden. Hetgeen de schrijver in de krant verwondert omdat de auteur wel een voorstander van de ‘neger’ of slavenhandel zou zijn.
1790 Augustus nr 111
P 55/ 56 Over een slavin die toebehoorde aan de hr Thomas Jemmet esq op het eiland Dominica, die een vierling kreeg. Een zoon en drie dochters. Haar leven heeft hierbij gevaar gelopen. De kinderen waren, volgens het bericht, van gewone grootte.
1790 augustus nr 113 p 72
De Hr Leremboure, thans afgevaardigde der Stad St. Jan de Luz, op de Nationale Vergadering van Frankrijk, bevond zich in de West-Indien, toen de Werken van den Abt Raynal in ‘t licht kwamen. De gevoelige Jongeling, dit werk in handen krijgende, wierd er geheel door verrukt. Hij bleef een gehelen nacht opzitten, om het doorbladeren, en las toen de daar in voorkomende treffelijke verdediging der Menschelijke rechten tegen de Slavenhandel. Gaarne zoude hij de ketenen van alle die ongelukkigen, welken hij het juk der Slavernij rondom zich dragen zag. op eenmaal verbroken hebben; hij zwoer ten minsten, dat de aandoening, welke hij gevoelde, niet onvruchtbaar zou wezen. Zodra hij, des morgens, na enen korte sluimering, ontwaakte, was zijn eerste werk, naar een Negerschip te gaan, alwaar hij een jongen neger kocht, en dien, op het ogenblik, zijn vrijheid schonk. De Neger, getrokken door deze edelmoedigheid, wilde zulk enen weldoener niet verlaten, maar bleef in zijn dienst als Vrij Neger.. De Hr. L. gaf hem de naam Thomas R(?)aynal, en thans dient hij onder de Nationale Garde te St. Jan.
In de lijst van nieuw uitgekomene inlandsche boeken gedurende de maand augustus en daarna steeds weer prominent aangeprezen:
Bijvoorbeeld Op p 175 ( 1790 nr 126 26 November)
De zaak der Negerslaven en de Inwoonderen van Guinea; ingeleverd bij het Gerichtshof der Gerechtigheid, van Godsdienst en Staatkunde, of de Historie van den Handel, en de Slavernij der Negers, bewijzen van dezelver Onwettigheid: middelen om die te vernietigen, zonder de Colonien of de Colonisten te benadelen, naar het Fransch van den Hr Frossard. Bedienaar des H Euageliums & C te Lyon… Daar de Afschaffing van den Slavenhandel thans een punt van beraming is, genoegzaam door heel Europa, kan men zeggen dat dit Fraaie werk ter rechter tijd het licht ziet; al de bouwstof daartoe is van ooggetuigen ingewoone, dat het geen twijfel overlaat. Ieder Regent moet het eerste inzien van die Werk, Heilliglijk voornemen, een krachtige hand te slaan aan het bovengemeld afschaffen; de naspoorder van ‘t menschelijke hart, zal bij het nalezen van iederen bladzijde verstommen van verbazing, zo over de daar op voorkomende wreedheid, als over het tedere gevoel in Afrikaansche Moeders en Mannen: gene vooroverlegde gebeurtenissen kunnen zo treffen, als hier de waarheid treft, welke zekerlijk het hart van ieder lezer moet verscheuren den doen versmelten in tranen. zo hij ander een mensch mag genoemd worden, en vatbaar is voor de grillen der gefolterden, voor de wanhoop van verkrachte Maagden, van onteerde Vrouwen, vloekend Moeders, en voor de zuchten van half verbrijzelde Kinderen. Van dit Eerste Deel zijn nog enige exemplaren te bekomen.
Algemene Konst en Letterbode vrijdag 5 November 1790 nr 123
Bij de Wetenschappen is een van de vragen: Welke zijn de ziekten en kwalen der Negers, in de Nederlandsche Volkplantingen in de West-Indien? Welken zijn die uit-en inwendige tekenen van zulke dezelven, die (zonder behulp van enen ervaren genees- of heelmeerster) door Planters of Directeuren kunnen genezen worden, en welke middelen moeten zij daartoe gebruiken? en welken zijn de ziekenten of kwalen, wier genezing boven hun vermogen is? Deze vraag bleek moeilijk te beantwoorden te zijn.
Tot zover de voorbeelden.
Ik denk dat iedereen die een krant kon lezen (er waren veel meer kranten) er van op de hoogte was. En ook van de discussies die er over gevoerd werden.
Hoeveel mensen de krant lazen weet ik niet.
Esther Schreuder
contact: estherschreuderwebsite@gmail.com